Bijenstal reglement

‘De Beezenmoat’

                                                                                                                    

Algemeen

a.         De bijenstal is gelegen in het Hofbeekpark (Wentholtpark), ingang verlengde van de Irenestraat te Lichtenvoorde.

b.         Deze bijenstal inclusief de inventaris is eigendom van Imkervereniging Imkers Nederland Afdeling Oost-Gelre en het Bestuur in deze is daar ook verantwoordelijk voor.

c.         Het Bestuur is ook verantwoordelijk voor het onderhoud van de bijenstal en directe omgeving.

d.         Het bestuur is niet verantwoordelijk voor persoonlijke letsels,eigendommen en schades.  

e.         Het bestuur ontwikkelt activiteiten t.b.v. het structurele onderhoud en zo mogelijk de verbetering van bijenstal, inventaris en terrein.

f.           Het bestuur doet voorstellen tot het reserveren van gelden op de jaarlijkse begroting t.b.v. het structurele onderhoud etc. van de bijenstal.

g.         Ingeval van voorgenomen activiteiten in en om de bijenstal (zoals festiviteiten, excursies) wordt het Bestuur primair en vooraf geconsulteerd. Zij verleent de (eventueel nodige) sturing bij de voorbereiding en begeleiding van genoemde activiteiten.

h.         Het Bestuur houdt een inventarislijst bij van die goederen in de bijenstal, zijnde eigendommen van de vereniging. Een recent bijgewerkte lijst wordt jaarlijks aan de Ledenvergadering gepresenteerd. (Deze inventarislijst is een onderdeel van de totale opsomming van de lijst ”Verenigingseigendommen”).

i.           De bijenstal staat op gemeentegrond met het recht van opstal: zie overeenkomst gemeente Oost Gelre, november 2011.

j.           Het Bestuur heeft Henk ter Bogt en Jos Lansink als stalbeheerders aangesteld.

k.          Het Bestuur blijft eindverantwoordelijk voor de bijenstal.

l.           Het Bestuur is verantwoordelijk voor de opstalverzekering.

m.        Het Bestuur maakt in overleg met de stalbeheerders een Meer Jaren Onderhoud Plan (MJOP)

n.         De penningmeester is verantwoordelijk voor het onderhoud budget.

o.         De bereikbaarheid van de bijenstal met de auto via het rijwielpad is alleen voor goederen transport van en naar bijenstal. Het is niet de bedoeling dat de auto daar blijft staan.

p.         Het elektrisch komt via een tussenmeter van het elektriciteitsnet van het Marianum met een maximum afname van 100KWh/jaar gratis. Bij hoger gebruik wordt de kosten door voor de op dat moment geldende stroomtarieven in rekening gebracht.

 

Artikel 1.  Doelstelling  en functie van de bijenstal

a.         Gelegenheid bieden, verhuur stalplekken, aan de leden van de vereniging tot het plaatsen van bijenvolken.

b.         Het geven van voorlichting over bijen aan scholen en andere geïnteresseerden.

c.         Het geven van praktijkbegeleiding aan leden van onze vereniging in het houden van bijen.

d.         Alle activiteiten welke de doelstelling van onze vereniging ondersteunen.

  

Artikel 2.  Toezicht./ Activiteiten

a.         De stalbeheerders  beheren de bijenstal en heeft bij voorkeur ook zelf bijenvolken in deze bijenstal.

b.         Zij beheren ook de sleutels, honingslinger en de bijentuin

c.         De stalbeheerders  ziet er op toe dat dit – in de bijenstal aanwezige – Reglement wordt nageleefd door de gebruikers en bezoekers van de bijenstal.

d.         Bij de ingang van de bijenstal zijn de namen van het Bestuur en de Stalbeheerders, de bereikbaarheidsgegevens  duidelijk zichtbaar aangebracht.

e.         De Stalbeheerders zijn bevoegd alle lopende zaken naar eigen inzicht te regelen.

f.           Op de jaarvergadering brengen de Stalbeheerders aan het Bestuur verslag uit over de gang van zaken in  het afgelopen verenigingsjaar en zal het reglement zo nodig aanpassen.

g.         Alle activiteiten gaat in overleg met het Bestuur.

 

Artikel 4.  Het plaatsen van volken in de bijenstallen. (geheel op eigen risico)

 

a.         Het plaatsen van bijenvolken is uitsluitend voorbehouden aan leden van de imkervereniging Imkers Nederland, afdeling Oost-Gelre die voor het lopende jaar voldaan hebben aan alle verplichtingen voortvloeiend uit hun lidmaatschap en stalhuur.

b.         De stalbeheerders verhuren de beschikbare staanplaatsen voor  bijenvolken in en om de bijenstal onder leden en wel in goed overleg.

c.         Getracht wordt om zo mogelijk de kasten van een lid bij elkaar te plaatsen

d.         Zij int de hiervoor vastgestelde jaarlijkse huurgelden wat dan aan de penningmeester wordt afgedragen           

e.         In de bijenstal heeft ieder lid recht op ruimte voor maximaal twee bijenvolken.

f.           Indien er voldoende vrij beschikbare ruimte is in de bijenstal, dan kunnen de leden na overleg met de Stalbeheerder meer dan twee bijenvolken plaatsen.

g.         Plaatsing van de volken geschiedt tegen betaling van de huurvergoeding vooraf per jaar, en  per jaar vast te stellen door de ledenvergadering.

h.         Huurgeld ingaande 1 april 2012 á  5,00 per volk / per jaar. In november geeft de stalbeheerder dit door aan de penningmeester zodat hij dit huurgeld met de contributienota kan verzenden.  Beginnende imkers behoeven het eerste jaar geen huur te betalen. Een lid die zijn kast ter beschikking stelt voor educatief en/of praktijkbegeleiding betaalt ook geen huurgeld.

i.           Op de bijen kasten (korven) moeten naam en telefoonnummer van de eigenaar duidelijk leesbaar zijn aangebracht.

j.           De bijenkasten (korven) dienen in goede staat van onderhoud te worden gehouden.

k.          De bijenkasten dienen bij voorkeur met een stevige band te worden vast gemaakt. Dit om omver stoten (vandalisme) te voorkomen.

l.           De stalbeheerders hebben de bevoegdheid om plaatsing van volken te weigeren of deze te verwijderen.

m.        Bij beëindiging van het lidmaatschap mogen de volken niet langer in de bijenstal geplaatst zijn dan tot één maand na beëindiging van het lidmaatschap.

 

Artikel 5.  Regels voor het gebruik van de bijenstallen

a.         Indien noodzakelijke kan elk verenigingslid die gebruikt maakt van de bijenstal van de Stalbeheerder een sleutel(s) in bruikleen krijgen. Het eigendomsrecht van de sleutels is en blijft bij de vereniging. Voor deze sleutel is de gebruiker verantwoordelijk en deze zal voor ontvangst de sleutellijst te moeten ondertekenen. De stalbeheerders houden een lijst van uitgegeven sleutels bij. Bij vermissing van een sleutel zal het slot met de alle betreffende sleutels worden vervangen voor rekening van gebruiker.

b.         Handelingen, anders dan het verzorgen van bijenvolken, zijn bij en in de bijenstallen zonder voorkennis van het stalbeheer niet toegestaan.

c.         Gebruikers mogen geen materialen bevestigen aan de tafels, wanden en het dak van de stal.

d.         Iedere gebruiker dient de bijenstal en de tuin in onberispelijke staat te houden.

e.         Het is verboden lege bijenwoningen met geopend vlieggat in de bijenstal te plaatsen.

f.           Het is verboden om open voer, voerbakken en honing in de bijenstallen te plaatsen.

g.         Reservemateriaal kan, in beperkte mate en na overleg met de Stalbeheerder, in de daarvoor bestemde ruimte worden opgeborgen mits voorzien van de naam van de eigenaar.

h.         Iedere gebruiker is verplicht bij het constateren van ongeregeldheden direct de Stalbeheerder kennis te stellen.

i.           De loopruimte achter de bijenkasten dient te worden vrij gehouden en niet gebruikt te worden voor opslag e.d.

j.           Om roverij te voorkomen dient  men de hier volgende punten in acht te nemen:

  §  Houd geen zwakke of moerloze volken in stand. Ze zullen steeds verder verzwakken en dus kwetsbaarder                     worden.

  §  Maak de vliegopening niet breder dan het aantal ramen dat de bijen bezetten.

  §  Voed uw volken niet overdag, wacht hiermee tot wanneer de vliegbijen 's avonds binnen zijn.

  §  Beperk de interventies waarbij een kast geopend wordt. Als het toch moet, houd ze zo kort mogelijk. Als u        

          bijvoorbeeld de koningin zoekt en ze na een eerste inspectie van alle ramen niet gevonden hebt, sluit de kast en

          begin de dag daarna opnieuw. Broedramen te lang buiten de kast laten, is op bepaalde dagen niet alleen 

         risicovol omwille van de afkoeling, het kan ook aanleiding geven tot roverij.

  §  Probeer zo mogelijke de bijenvolkeren gelijktijdig te voeren.

  §  Laat met honing besmeurd materiaal niet binnen het bereik van de bijen. Het is gevaarlijk om de bijen                              honingraten te laten herstellen tijdens dracht­loze periodes.

k.          Alle zelf gemaakte afval/vuilnis dient meegenomen te worden dus niet ter plekke in de vuilnis deponeren. Plastic zo mogelijk scheiden in daarvoor bestemde plastic zak.

l.           Iedereen die gebruikt maakt van de bijenstal is bij het verlaten verantwoordelijk dat de stal (licht uit doen etc.) en het terrein goed wordt afgesloten.

m.        Beschadiging, gebreken en vandalisme aan de bijenstal en het terrein moeten direct aan De stalbeheerders worden gemeld.

n.         Voor het lenen van verenigingseigendommen moet het bestuur vooraf  toestemming geven dit zal dan door de stalbeheerders  genotuleerd worden.

o.         Er moet de nodigen voorzichtigheid worden geboden met voor (berokers, pijpen) Het uitkloppen hiervan dient buiten op een veilige afstand te gebeuren.

p.         Het planten of zaaien in de omgeving van de bijenstal geschied in overleg met De Stalbeheerders . Ook het verwijderen van planten (bomen) in de omgeving van de bijenstal geschied in overleg met de Stalbeheerder

q.         Wij hebben 12 juli 2011 met de gemeente een afspraak gemaakt dat het rijwielpad voor de auto is toegestaan voor goederen transport van en naar bijenstal.

 

Artikel 6.  Zwermen

a.      Iedere gebruiker dient het zwermen van zijn/haar bijenvolken zoveel mogelijk tegen te gaan, door het treffen van passende maatregelen. 

b.      Zwermen die worden aangetroffen bij de bijenstal en waarvan geen eigenaar bekend of aanwijsbaar is, vervallen vanaf het moment dat deze geschept worden aan de vereniging.

 

Artikel 7.  Bijenziekten

a.         Gebruikers van de bijenstallen zijn verplicht bij constatering van ziekte van hun volken dit te melden bij de Stalbeheerder. De eigenaar consulteert tevens de A.I.D..

b.      Het advies van de A.I.D. is bindend en dient te worden opgevolgd.

c.      Bij constatering van ernstige ziekte, gebrek of verwaarlozing van volken door het stalbeheer, kan deze in overeenstemming met het reglement, naar eigen inzicht handelen, indien de eigenaar niet aanspreekbaar is.

d.      Gebruikers van de bijenstallen zijn verplicht om ziekte- en parasietenbestrijding op hun volken toe te passen, bv. de bestrijding van de varroa mijt.        

e.      Bestrijding hiervan moet plaats vinden met wettelijk toegelaten middelen.

f.       De effectiviteit van bestrijdingsmiddelen dient naar het oordeel van het bestuur voldoende te zijn.

g.      Er dient een gelijktijdige behandeling van alle volken uitgevoerd te worden, indien mogelijk ook met volken in de directe omgeving.

 h.      Het is niet toegestaan om  met een ziek volkje de bijenstal te betreden/ te bezoeken. Indien men

          inspectie van een ziek volkje wenst, moet men zich richten tot het bestuur, die een Imker zal

          aanwijzen voor inspectie ter plekke.

i         In verband met de hygiëne is men verplicht alle lege gebruikte korven, kasten, raten etc. mee te 

          nemen en thuis schoon te maken.    

   

Artikel 8.  Educatief gebruik

Het gebruik van de bijenstallen voor educatieve doeleinden, waaronder ook wordt verstaan het openen van bijenwoningen en het uitnemen en tonen van de raampjes, mag alleen na overleg met het de Stalbeheerder en de eigenaren van de bijenvolken geschieden.

Er moet worden gestreefd naar zachtaardige volken.

 

Artikel 9.  Onderhoud

Gebruikers van de bijenstal zijn verplicht om deel te nemen aan het onderhoud en het schoonmaken van de bijenstal en de tuin, in overleg met de Stalbeheerder.

 

Artikel 10. Wijziging reglement

 Wijzigingen in dit reglement worden vastgesteld in overleg de Stalbeheerder en het Bestuur en door de ledenvergadering, met een meerderheid van de geldig uitgebrachte stemmen.

 

Artikel 11. Geschillen

Over geschillen voortvloeiend uit dit reglement of over onderwerpen die via dit reglement niet zijn geregeld, beslist het Bestuur.